Toen we jaren geleden bezig waren met het uitgeven van onze boeken, vroeg ik Pranay of hij niet een introductie wilde schrijven voor zijn boek ‘Gewoon zijn’. Heerlijk geconditioneerd als ik was door de wereld van boeken, zag ik een boek als een item dat begint met een voorwoord, gevolgd door een introductie, gevolg door… Hij zei me dat hij eens zou kijken. Even later kreeg ik een briefje doorgeschoven tijdens onze gezamenlijke stilte meditatie. Erop stond: inleiding: Hoi… Ik weet dat ik in de lach schoot, zo stil mogelijk natuurlijk want we zaten midden in een stilte meditatie met een groep mensen.
Hoi… Het maakte direct een grote vreugde in me vrij. Enerzijds omdat het me de belachelijkheid van mijn vraag deed beseffen. Waarom heeft een boek eigenlijk een inleiding nodig? Anderzijds door de energie die in zijn inleiding verborgen zit. Waardoor ik stiekem toch heel blij was dat ik hem om een inleiding gevraagd had. Want ik vind zijn inleiding een hele waardevolle toevoeging aan zijn boek.
Wat is een inleiding?
Wat is eigenlijk een inleiding? Dat kan van alles inhouden en verschilt van boek tot boek. Een inleiding kan context bieden, achtergrondinformatie, de structuur van het boek uitleggen, het onderwerp van het boek benoemen, hetgeen het boek om draait introduceren, onze aandacht trekken… een inleiding kan multifunctioneel zijn dus. In het geval van Pranay zie ik zijn introductie als een begroeten, een ontmoeting, als een verwelkomen, als een uitnodiging en als een test.
Pranay is iemand die graag werkt met de etymologie. En dus heb ik de betekenis van het woord hoi even opgezocht. Volgens etymologie.nl is hoi eerst vooral een juichkreet ‘hiep hoi’, als groet pas 20e eeuws. Het kan ook een verkorting zijn van de uitroep ahoi, hoewel dat ook een uitbreiding van hoi kan zijn. Volgens wikipedia.org is hoi een informele uitroep die zowel gebruikt wordt om iemand te groeten als om vreugde te uiten wat ook gedaan kan met de iets langere variant ‘hiep hoi’.
Hiep hoi!
Die laatste variant is zeker van toepassing op mijn lezen van de introductie maar ook de rest van het boek. Het maakt een hiep hoi in me vrij. Het lezen van de woorden van Pranay maakt een vreugde in me vrij. En die vreugde komt vrij –natuurlijk ook door de briljantheid van Pranay ;)- door de Prana waarmee hij schrijft en waar ik een enorme affiniteit mee heb.
Ik plaag hem een beetje met zijn briljantheid maar het is door de klik die ik heb met Pranay, de liefde die ik voor hem voel, dat ik zijn Prana zo eenvoudig op kan nemen. Die liefde maakt me namelijk ontvankelijk, open en beschikbaar en daardoor kunnen zijn woorden, en hetgeen deze woorden bevatten, heel makkelijk binnen komen.
Hoi… als inleiding zie ik dan ook als een begroeten. Een groet van de ene vriend naar een andere vriend. Een uiting van blijdschap, van vreugde om de ander te zien, te ontmoeten. Hoi heb ik als groet ook vaak van Pranay gehoord. Ik kan het hem dan ook horen zeggen terwijl ik het lees en ik hoor mezelf –kleine biecht- vervolgens ook altijd intern hoi terugzeggen.
Een test…
Aan mijn eigen intentie van hoi terugzeggen, kan ik ook mijn eigen ontvankelijkheid van dat moment afmeten. Als ik een vrolijke hoi hoor in mijn innerlijk weet ik dat ik zijn woorden en de Prana eenvoudig op kan nemen. Hoor ik een iets minder enthousiaste hoi dan weet ik dat ik minder beschikbaar ben. Dat kan komen omdat ik zelf door iets afgeleid ben. Maar ook omdat ik even iets minder blij ben met zijn woorden. Of, ja ook dat is me weleens gebeurd, omdat ik Pranay stiekem achter het behang geplakt heb. Dan is mijn hoi terug –die ook dan grappig genoeg gewoon komt- een tikkeltje agressief en vijandig… dan is mijn hoi geen afkorting van hiep hoi maar meer van ahoi –dat uit de scheepvaart komt- ik sta op het punt je te kielhalen.
Hoewel Pranay mijn intentie van kielhalen wel kan waarderen –in de zin dat het me een intentie geeft die me sterk bij mezelf laat zijn- wordt hij toch net iets minder blij van zo’n zwemtocht onder een boot door. En als ik eerlijk ben, word ik daar zelf ook helemaal niet blij van. Want als ik hem op zo’n zwemtocht stuur, ben ik nog steeds wel met hem bezig maar komt zijn energie niet langer zo optimaal vrij als wenselijk is, hihi.
Het zijn ook steevast de momenten dat ik zelf met iets geconfronteerd word, een wond die nog wat meer heling vraagt, een uitdagend stukje van de leer waar ik een gebrekkig inzicht bij heb, dat ik me ongemerkt meer van Pranay afsloot omdat hij heel vaak degene is die me daar op wijst. Eigenlijk een gebaar vol van liefde maar door de belichting van mijn pijn, van mijn chaos, is mijn eerste reactie vaak geweest dat ik me door hem afgewezen voelde. Door dat gevoel van afwijzing, sloot ik en wees hem daarmee zelf af maar dat voelde als logisch want dat deed hij toch ook? Wel zo gerechtvaardigd dus… Nee, maar het heeft even geduurd voordat ik dat door begon te krijgen!
De wereld van gewoon zijn
Pranay introduceert de prachtige wereld van gewoon zijn aan ons. Deze wereld is niet de onze als we onze tocht aanvangen. Wij leven op dat moment dus in een wereld waarin we kunnen denken gewoon te zijn maar waarin we eigenlijk alles behalve gewoon zijn. We leven in een wereld waarin we –vaak ongemerkt- veel moeite moeten doen om überhaupt te mogen zijn. Maar gewoon zijn kost helemaal geen moeite. Eigenlijk toont Pranay ons dus een wereld, een mogelijke wereld, een nieuwe manier van zijn die heel aantrekkelijk is. Maar door de confrontatie met onze huidige wereld kunnen we dit ook heel gemakkelijk weer vergeten. Dan lijkt zijn wereld een onmogelijkheid. Dan kunnen we het idee krijgen dat Pranay ons vertelt dat we niet mogen zijn zoals we nu zijn. En dat is op een bepaalde manier ook zo maar tegelijkertijd ook helemaal niet. Hij vraagt ons niet om anders te worden maar belicht wel dat de manier waarop we nu zijn niet toereikend is om werkelijk vreugdevol te zijn. En die belichting en daar juist mee omgaan, is een kunst.
We hoeven niet te vechten met hetgeen belicht wordt. Als we niet gaan vechten met hetgeen belicht wordt, hoeven we ook niet te vechten met Pranay en dat scheelt ons heel wat rollen behang ;) en heel veel energie. Zijn uitleg van gewoon zijn wordt niet de onze door deze direct te willen toepassen of te willen begrijpen. Zijn wereld van gewoon zijn wordt spontaan de onze als we zijn woorden ontvankelijk en open in ons opnemen waardoor we zijn energie, de Prana, die met deze woorden meekomt ook steeds dieper in ons op kunnen nemen. Deze energie, Prana, gaat ons, net als zijn woorden, beïnvloeden. Als we deze invloed toestaan, veranderen we spontaan. Zonder enige directe inspanning of moeite van onze kant. Door ons te verdiepen in zijn wereld van gewoon zijn en geduld te hebben, kunnen we dus spontaan steeds gewoner worden. Ofwel steeds natuurlijker zoals ik zelf graag zeg. Gewoon zijn is voor mij hetzelfde als natuurlijk zijn. En als ik mijmer over natuurlijk zijn maakt dat een enorme innerlijke ontspanning en vrede in me vrij. Hoe fijn is het niet om gewoon te kunnen zijn zoals we van nature zijn? Daar komt een enorme hiep hoi bij vrij!
Op avontuur…
Om die staat van natuurlijk zijn te realiseren, zullen we dus op avontuur moeten gaan waarbij we onderweg alles tegen gaan komen in ons dat niet natuurlijk is. Pranay zei vaak: ‘Wat is een avontuur zonder een beetje gevaar onderweg? Niets meer dan een uitje in onze achtertuin’. Geïnspireerd door Poeh beer en zijn vriendjes. En een uitje in onze achtertuin, zo besef ik me, brengt ons dus ook niet verder dan onze huidige staat van zijn. Als we niet uit onze oude vertrouwde achtertuin durven weglopen, komen we nooit uit onze huidige wereld aan in die prachtige wereld die de Zen op zoveel kleurrijke manieren beschrijft. Ofwel in de prachtige wereld van gewoon zijn die Pranay ons in zijn boek introduceert. Om gewoon te kunnen zijn, zullen we dus ook op avontuur moeten gaan. Onderweg zullen we wonden moeten helen, juiste inzichten moeten verzamelen zodat we steeds bewuster worden en ons natuurlijk zijn moeten omarmen, gewoon zoals het is. Een geweldige uitdaging. Maar als we de uitnodiging durven aannemen en op pad gaan, ook de enige uitdaging die werkelijk van waarde is en die ons alles kan geven waar we al die tijd, ons hele leven lang, al naar op zoek zijn: ware vreugde (om maar met dit tipje van de ijsberg te beginnen :) ).
Tijdens dit avontuur lopen we elk risico om te verdwalen. Terwijl we wandelen, kan het dan ook heel prettig zijn als er iemand meewandelt die al wat langer op weg is. Zo kunnen we de onontbeerlijke aanwijzingen ontvangen die we nodig hebben om ons avontuur op een dag ook te kunnen volbrengen. Maar om deze aanwijzingen te kunnen horen, moeten we ons logischerwijs niet afsluiten van onze gids. Al is het ongemerkt. Door deze afsluiting lopen we het risico dat we zo maar het ravijn instappen of dat we ongemerkt toch weer terug wandelen naar onze vertrouwde achtertuin.
Zodra ik dan ook door heb dat mijn hoi niet zo vriendelijk meer is, kijk ik dan ook altijd waar dit aan ligt en beoefen ik mezelf erin om Pranay mijn vertrouwen te geven in plaats van hem mee te nemen op een tochtje op zee. Dit tochtje op zee in plaats van het wandelen op de weg is ook een mooie metafoor. Het zijn vaak onze emoties die heftig kunnen reageren en ons het gevoel kunnen geven dat we afgewezen worden of onterecht behandeld. Emoties worden binnen de Zen Tarot van Osho ook gesymboliseerd door het element water. Als we ons mee laten voeren door de golven op zee dobberen we niet langer rustig voort op de natuurlijke stroom van het leven. En wandelen we dus ook niet langer gewoon verder op onze weg. Dan lopen we niet alleen de essentiële aanwijzingen mis maar ook de vreugde die gepaard gaat met het opnemen van de Prana. En dat is zonde, dat is jammer, dat is onhandig. Maar niet onoplosbaar: we kunnen ons er gewoon in beoefenen om rustig door te gaan, ook als alles in ons tekeer gaat, en ons te blijven openen –zo goed en zo kwaad als dat gaat- naar Pranay en zijn Prana.
Blijven staan om door te lopen…
Het wonder daarvan is dat deze poging al voldoende is om te kunnen helen. Deze poging nodigt Prana uit en daarmee ook de helende werking van deze energie. Alleen al de moeite nemen om te blijven openen, is voldoende om in ieder geval te blijven staan op onze weg en niet af te dwalen of terug te keren. Alleen al de moeite nemen om te blijven staan, kan ons met wat geduld dan ook alle aanwijzingen gaan geven om datgene te verzorgen dat nu onze wandeling verstoort. Alleen al de moeite nemen om te blijven staan, kan ons dan ook spontaan op enig moment weer laten zien hoe we verder kunnen wandelen.
Pranay zei ons ook altijd: ‘je moet wel blijven staan’. We kunnen niet altijd door wandelen. Soms zijn er hindernissen, uitdagingen op de weg die onze aandacht en verzorging nodig hebben. En dat geeft niet. Zolang we er maar niet vandaan lopen maar er gewoon bij stil blijven staan. Dat is voldoende. Door er bij stil te staan, komt er ruimte voor heling. Door er bij stil te staan, komt er ruimte voor inzicht. Door er bij stil te staan, komt er ruimte voor bewustzijn. En door er bij stil te staan, komt er dus ook spontaan meer ruimte om natuurlijk te zijn.
Steeds vreugdevoller…
Wanneer hoi niet een vreugde in ons vrijmaakt, is het dan ook zaak om even te blijven staan. Let wel, niet te gaan zitten want dan komen we nooit verder. Hoi… is dan ook een briljante test om te kunnen zien waar we staan en wat we nu nodig hebben. Het is ook een uitnodiging om ons niet van de wijs te laten brengen door het gebrek aan innerlijke vreugde bij onze eigen hoi maar om door te zetten en te beseffen dat zijn hoi, de hoi van Pranay, ons juist uitnodigt om van onze minder vrolijke hoi naar zijn vreugdevolle hoi te wandelen. Hoe meer we dat onder de knie krijgen, hoe vreugdevoller onze weg ook wordt. Als we ons echt beseffen dat we op weg zijn naar de prachtige wereld van gewoon zijn, kan onze hoi terug ook altijd vreugdevol zijn, ook als we uitgedaagd worden omdat we weten dat we juist op die momenten bevrijd worden van alles in ons dat niet gewoon is. Niet dat onze persoon dan altijd vreugdevol hoi terug zegt maar omdat we dan voorbij onze persoon en de niet zo vrolijke respons, beseffen dat dít nu juist dé momenten zijn waarop we van ons ongewoon zijn worden bevrijd. Dan kunnen we ook deze momenten vol van vertrouwen ondergaan en kan onze heling & transformatie naar een gewoon zijn, naar een natuurlijk zijn, ook steeds eenvoudiger verlopen. Dan gaat ook onze ahoi spontaan gepaard met een hiep hoi! En als simpele beoefenaars onderweg varen en wandelen we daar wel bij… :)
Voorgangers
Als laatste wil ik net als bij onze reis met Osho bij deze wandelingen met Pranay een juiste plaatsbepaling maken. Hoi! Ik ben Salila, zoals je ondertussen vermoedelijk wel weet. Mijn Meester is Osho en mijn voorganger is Pranay. Wanneer we beginnen met wandelen staan we aan het begin van onze weg maar door het wandelen zelf komen we steeds iets verder op het pad. Onderweg doen we allerlei ervaringen en kennis op met onderweg zijn. Aan het begin van onze wandeltocht zien we alleen mensen voor ons lopen maar op enig moment beginnen we ons te realiseren dat er ondertussen ook mensen zijn die achter ons lopen. De mensen die voor ons wandelen, gaan ons voor op de weg. De mensen die achter ons lopen, zien ons voor gaan op de weg. Zo hebben we voorgangers en worden we spontaan zelf ook voorgangers. Als voorganger kunnen we onze ervaring en kennis met het wandelen, met het avontuur dat we aangegaan zijn, delen met anderen. En dat is mooi want zo kunnen we datgene dat we zelf ontvangen hebben op onze beurt ook weer doorgeven aan anderen. Zo geef ik dan ook met behulp van deze mijmeringen alles dat ik ervaren en geleerd heb tijdens het wandelen met Pranay door aan jou. Als simpele beoefenaar en op basis van mijn eigen individuele zijn en mijn eigen unieke weg natuurlijk.
Veel wandelplezier!
✧♥✧