1. Wonden helen

Gepubliceerd op 29 januari 2024 om 11:01

Gewoon zijn, zo zegt Pranay in zijn boek “Gewoon zijn”, is eigenlijk het simpelste wat er is in de wereld maar –zo vervolgt hij gelijk- het is niet iets dat we moeten onderschatten want het is een kunst om onze innerlijke wonden te helen, te ontdekken wie we zijn en in harmonie te zijn met onszelf en de wereld. En dat helen van die innerlijke wonden dat sprong er net tijdens de meditatie uit.

 

Dat is de afgelopen tijd ook veel door mijn hoofd heen gegaan: het belang van het helen van onze wonden. Het belang voor ieder mens om wonden te helen. Het zijn onze wonden die ons beletten om te leven zoals we eigenlijk heel graag zouden willen leven. Het zijn onze wonden die er voor zorgen dat we onze natuurlijke impulsen haast achteloos aan de kant gooien. Het zijn onze wonden die er voor zorgen dat we deze impulsen niet eren maar negeren. Net zo lang tot we deze impulsen als onmogelijk beschouwen en we ze uit ontmoediging laten gaan. Ontmoediging is de hel, zegt Pranay, en dat klopt. Het is onze ontmoediging die ons passief maakt op gebieden in ons leven waar we juist actie nodig hebben, waar we eigenlijk juist heel graag iets zouden willen veranderen maar waar het ons niet lukt omdat de zwaarte van onze wonden ons neerdrukt, ons laat zitten en ons verhindert om dat pad in te slaan. En dat is zonde, dat is jammer, dat is onhandig…

 

Maar niet onoplosbaar! Want we kunnen onze wonden ook helen. We kunnen ons erin beoefenen om ons niet door onze wonden, door wat dan ook in ons leven, te laten ontmoedigen maar in ieder geval te blijven staan. Wellicht lukt het ons dan nog niet om een stap te zetten maar het blijven staan op zich is al een stap. Als we gaan zitten en ons door de druk van onze wonden, door de druk van uiterlijke omstandigheden, door ons lijden, laten gek maken, dan ontzeggen we onszelf daarmee ook direct de kans om iets te wijzigen. Niet alles in ons leven is direct oplosbaar. Niet alles in ons leven kunnen we direct vreugdevol maken. Maar als we niet gaan zitten maar ons beoefenen in blijven staan, in steeds weer opstaan als we door hebben dat we er bij neer zijn gaan zitten, dan kunnen we onze wonden ook gaan helen. Dan kunnen onze wonden ook helen.

 

We kunnen ze niet omzeilen. We kunnen ze wel negeren, camoufleren maar als we werkelijk vreugdevol willen zijn en gewoon onszelf dan zullen we ze onder ogen moeten komen. Omdat deze wonden ons gewoon zijn in de weg staan. En gewoon zijn is het mooiste dat er is in de wereld. Hoe fijn is het niet om gewoon onszelf te kunnen zijn, zoals we zijn, zonder maskers, zonder enige moeite te hoeven doen? Hoe fijn is het niet om mee te kunnen dobberen met de natuurlijke stroom van het leven en ons leven zo vorm te kunnen geven dat we intern én extern gelukkig kunnen zijn?

 

Natuurlijk zijn en blijven we daarin afhankelijk van allerlei uiterlijke omstandigheden. We leven in een wereld vol met mensen en daarvan heeft niet iedereen het gewoon zijn en de vreugde daarvan ontdekt. Geregeld kunnen we dus in aanraking komen, direct of indirect, met de wonden van anderen. Daar kunnen we niets aan doen. Daar kunnen alleen zij besluiten om iets mee te doen. Maar de effecten daarvan zijn zichtbaar in de wereld. Als we allemaal gewoon zouden zijn dan zouden we met elkaar een hele mooie, kleurrijke wereld vormen waarin iedereen een eigen uniek plekje inneemt en een eigen individuele bijdrage levert aan het groter geheel, aan het gezamenlijk zijn. Hoewel het zou kunnen, wordt dit wellicht niet voor iedereen een realiteit waardoor het voor het gezamenlijk zijn waarin we elkaar onherroepelijk beïnvloeden zo blijft dat het gezamenlijk zijn niet die optimale vreugde bereikt. Maar als individu kunnen we dat wel bereiken, in ieder geval intern en zo veel als mogelijk ook extern. En dat is fijn. Voor onszelf, als individu en ook voor het gezamenlijk zijn want hoe meer individuen dát ook bereiken, hoe groter de positieve invloed van deze individuen op het gezamenlijk zijn ook wordt. Door onze wonden te helen, kunnen we dus niet alleen zelf een steeds grotere vreugde ontdekken en leven maar kunnen we ook op onze eigen kleine wijze een bijdrage leveren aan de vreugde van het groter geheel.