'Wie heeft mij nou hoog zitten?'
vraagt Pranay ons tijdens Pranay Zen
en terwijl hij deze vraag zelf beantwoordt met
'Niemand'
hoor ik mijn eigen geest vol overtuiging zeggen:
'Ik!'.
Gedurende de rest van de Pranay Zen
voel ik de behoefte om hem te laten weten
dat het echt niet niemand is hoor,
dat ik hem hoog heb zitten...
Het maakt een warm gevoel vrij in mijn innerlijk
maar tegelijkertijd voel ik dat er ook iets anders heerst...
Even later hoor ik Pranay uitleggen
dat je altijd je toevlucht moet nemen
tot je oefening, tot je pad, tot je Meester
ook -en daar komt het-
als je persoon in totale weerstand zit.
Hij vertelt hoe het denken, hoe de persoon,
alleen fragmentarisch kan kijken
en dat je door die fragmenten
het totaal niet langer waar kunt nemen.
Alleen als je bewustzijn verruimt,
kun je voorbij de fragmenten
gaan zien hoe alles in een groter geheel
met elkaar verbonden is.
Het doet me denken aan een verhaal van Osho:
(in mijn vrije vertaling)
van een man die paarden op een boerderij houdt
en samen met zijn zoon die paarden verzorgt.
Op een dag blijkt het hek niet goed dichtgezeten te hebben
en zijn alle paarden ontsnapt.
Een vervelende situatie waarop alle buren
hun medeleven betuigen.
Maar dan vindt zijn zoon in het bos de paarden terug
samen met een hele groep wilde paarden.
De zoon leidt alle paarden mee naar de boerderij
en zo heeft de boer ineens een dubbel aantal paarden.
Alle buren prijzen hem om zijn geluk.
Vervolgens breekt zijn zoon zijn benen
bij het trainen van de wilde paarden
en kan in ieder geval tijdelijk niks meer.
Alle buren leven mee...
Tot er een week later oorlog uitbreekt
en de zoon van de boer als enige niet mee hoeft naar het front
omdat hij daar niet toe in staat is...
Wederom prijzen de buren de boer om zijn geluk.
Wat is dan ongeluk en wat is geluk?
Vanuit het fragment van de verdwenen paarden bijvoorbeeld
kan de boer al zijn goede moed verliezen
omdat zijn bron van inkomen verloren is gegaan
en terneergeslagen zijn.
Maar het leven is niet statisch.
Het beweegt en gaat verder.
Het verliezen van de paarden is niet het einde van het verhaal
maar slechts een hoofdstuk ergens ten midden van ontelbare hoofdstukken
waaruit het boek van zijn leven bestaat.
Als we echter uit onwetendheid,
vanuit ons beperkte fragmentarische denken
steeds elk hoofdstuk nemen als losstaand van het hele boek
dan kunnen we enorm beïnvloed worden door de inhoud
van ieder hoofdstuk dat zich aandient.
Zo kunnen we ons dan gek laten maken door tegenspoed
maar ons net zo verliezen in voorspoed
terwijl in werkelijkheid het één continu blijft overgaan in het ander...
Mooier en een stuk praktischer is
als we ons bewust worden van het boek
waar al deze hoofdstukken onderdelen van zijn
zodat ons bewustzijn kan verruimen
voorbij alle individuele hoofdstukken
naar de totale reis die we maken.
En ik heb zo'n vermoeden dat ons bewustzijn
niet hoeft te stoppen met verruimen bij dit boek.
Pranay gaf al aan dat we vele levens hier zijn:
een continue opeenvolging
van leven - dood - leven - dood - leven...
Net als de hoofdstukken van dit leven
onderdeel zijn van het boek van ons leven,
zo is ons huidige leven ook maar een hoofdstuk
in het boek van alle levens die we hier al geweest zijn
en nog zullen zijn...
En dat is gaaf om bij stil te staan.
Omdat het de betrekkelijkheid van dit leven belicht
en daarmee ook direct de betrekkelijkheid
van dat ene hoofdstuk
waarin we ons in het huidig moment zo kunnen verliezen
of dit nu door ontmoediging komt bij tegenspoed
of door te floreren bij voorspoed.
Het is en blijft maar een hoofdstuk,
een deel van ons leven
dat onherroepelijk van voorbijgaande aard is
zoals alles in dit leven van voorbijgaande aard is
omdat de kern van het leven nu eenmaal
verandering is.
Zonder verandering geen leven.
Als Pranay het dus over fragmentarisch denken heeft
dan geeft hij aan dat we slechts een deel kunnen waarnemen
en ons zicht beperkt is.
Dat kan over een hoofdstuk gaan uit het boek
maar ook over een bladzijde uit dat hoofdstuk
over een alinea of zelfs over een zin...
hoe specifieker, hoe beperkter.
Ten minste in eerste instantie,
in tweede instantie
-vanuit een verruimd bewustzijn-
draait het spontaan om:
hoe specifieker, hoe gedetailleerder
en hoe ruimer je visie dus is.
Wat iemand dus in eerste instantie
tot een 'mierenneuker' maakt,
kan in een latere fase iemand
een geweldig helder zicht geven.
Maar in de eerste fase betekent dat dus ook
dat zo iemand zwaar komt te zitten.
Want een hoofdstuk als het boek nemen,
is uitdagend maar dan heb je nog een aantal pagina's speling.
Maar een zin, een woord, als het geheel beschouwen,
maakt dat je wereld wel erg klein wordt...
En dan raak je ongemerkt wel erg gedetailleerd
maar slaan diezelfde details je in de tussentijd
wel mooi genadeloos om de oren!
Fragmentarisch denken zo legt Pranay uit
zorgt er voor dat je wilt stoppen met lopen:
wilt stoppen met je oefening, met je pad
of dat je plots ineens naar een andere Meester wilt gaan.
En dat terwijl je onder alle omstandigheden,
ook als je hele persoon niet wilt,
toch door moet gaan.
En dat is een lastig iets.
Daar kom je alleen doorheen als je je Meester
en je voorganger als je die hebt
ook daadwerkelijk hoog hebt zitten.
Ik begin een beetje te bevatten waarom Pranay
een ander antwoord gaf op zijn vraag als ik:
niemand zei hij.
Ja, als ik het zo beschouw dan zal ik achter mijn eigen antwoord
toch een vraagteken moeten plaatsen:
'Ik?'
Want als ik in weerstand zit,
als ik door mijn beperkte visie
niet meer dan een fragment waarneem,
wat doe ik dan eigenlijk?
Dacht ik vandaag niet nog
'Ja, dat heb je me nu al zo vaak gezegd
maar daar komt toch nooit iets van.'?
Dat kan in het uiterlijk wellicht zo zijn
maar hoe serieus neem ik zijn woorden,
de intentie in zijn woorden, in me op
als ik zo reageer?
En is het niet zo dat hij me laatst vroeg
me los te koppelen van iets in mijn leven
en ik nog steeds twijfel waarom ik dat moet doen
en of dat wel handig is?
Hoewel dit ergens maar stemmetjes in mijn hoofd zijn,
laat het me ook zien dat ik zijn woorden
dus in twijfel trek
en niet vertrouw op een goede afloop...
En dan nog een stap concreter:
ieder moment dat ik vastschiet in een fragment van mijn denken,
hoe ontvankelijk blijf ik dan eigenlijk...
als ik weerstand ervaar,
blijf ik me dan wel openen naar Pranay?
Een eerlijk antwoord is nee en ja.
Nee, dan sluit ik me af
en ja, ik probeer me dan toch te openen
maar het contact echt herstellen lukt me dan vaak nog niet
en dus zal ik het in de realiteit op nee moeten houden...
Godzijdank heb ik met dank aan Pranay
al jaren de beste vluchtroute die een mens
op zo'n moment kan hebben:
als ik in weerstand schiet, als alles tegenzit
en ik aan alles twijfel
laat ik vanzelf los en keer me naar
Osho.
Dan zoek ik steevast mijn toevlucht bij Osho.
Dat is ontstaan op advies van Pranay,
Hij heeft er even over gedaan
om me daar van te overtuigen
maar het is een gigantisch waardevol advies gebleken:
als ik in weerstand schiet zodra Pranay mijn beperkte visie belicht
-iets dat onvermijdelijk is als je je bewustzijn wilt verruimen-
dan val ik terug op Osho.
Een mechanisme dat er al sinds mijn kindertijd in zit,
realiseer ik me nu:
als echt alles tegenzat,
vroeg ik toen al steevast God,
de Allerhoogste, het Goddelijke
om hulp.
En dat doe ik grappig genoeg nog steeds!
Maar hoeveel mooier is het niet om
-op die veilige basis-
een stap verder te gaan
en ook te leren om
-ook al heeft mijn hele persoon weerstand-
gewoon door te blijven lopen:
me te blijven openen en
te blijven luisteren
naar mijn voorganger,
naar Pranay.
Is het dan ook niet zo dat een Meester,
een voorganger, hoog hebben zitten,
inhoudt dat we hem of haar hoger zetten
dan de weerstand van onze eigen persoon?
Dat we hem of haar op die kritieke momenten
verkiezen boven onze eigen totale weerstand?
Niet omdat een Meester, een voorganger,
hoger is of meer waard is dan wij zijn
maar omdat diegene op dat moment vanuit
een hoger bewustzijnsniveau kan waarnemen
en niet slechts dat ene woord, die ene zin of alinea
of dat ene hoofstuk aanschouwt
maar ook het boek waarvan dat allemaal een onderdeel is
en daardoor, door dat veel ruimere bewustzijn
een licht kan inbrengen in het duister waarin wij ons bevinden.
En daarvoor zullen we onze trots moeten laten varen,
zullen we de hulp die ons geboden wordt moeten aanvaarden
en dat is moeilijk voor onze persoon
omdat die dat geleerd heeft te zien als minderwaardig.
En dat wordt nog moeilijker omdat onze persoon
op zo'n moment de hulp die aangereikt wordt
ook niet als hulp ziet maar als een afwijzing o.i.d.
waardoor we onszelf gerechtvaardigd zien
om ons te verzetten, te verdedigen.
Maar dan zouden we ons het volgende eens af kunnen vragen:
wat heeft het zien van een heel boek
i.p.v. een enkel hoofdstuk
te maken met meer of minder waard zijn?
We zijn vanuit de wezenlijkheid bekeken allemaal in staat
om het hele boek waar te nemen,
door onze huidige onwetendheid echter
nemen we een hoofdstuk als zijnde ons hele boek.
Als iemand die ontdekt heeft dat er naast dat hoofdstuk
nog een heel boek bestaat ons daarop wijst
dan is diegene dus niet bezig om ons te vertellen
dat we minder waard zijn
maar is diegene bezig om ons bewust te maken
dat er nog veel meer hoofdstukken bestaan
die wij net als hij of zij ook waar kunnen nemen.
Voor onze Meester, onze voorganger,
is er dus geen sprake van minder of meer waard zijn
maar van minder of meer bewust zijn.
En hoe bewuster we raken,
hoe meer ons bewustzijn verruimt,
hoe meer we in staat zijn om exact hetzelfde waar te kunnen nemen
als onze Meester en onze voorganger.
Waar blijven we dan met het onderscheid
dat nodig is om van minder- en meerderwaardig
te kunnen spreken?
Zodra we er dan ook toe overgaan om ons te verzetten
of te verdedigen tegenover onze Meester, onze voorganger,
dan wijzen we dus het ruimere bewustzijn af
waarmee zij in staat zijn om onze situatie waar te nemen
en ontzeggen we onszelf daarmee ook de kans, de mogelijkheid,
om met behulp van dit ruimere bewustzijn
meer licht te kunnen laten schijnen op de omstandigheden
waarin we ons op dat moment bevinden.
In plaats van mee te gaan
en onder de invloed van onze Meester, van onze voorganger,
ons eigen bewustzijn spontaan te verruimen,
sluiten we ons bewustzijn daardoor nog sterker af
en beperken we onze visie nog verder.
En daarmee bereiken we exact het tegenovergestelde
van datgene waarnaar we in feite op zoek zijn:
helderheid.
En helderheid komt voort uit
bewustzijn.
En dat was nu net hetgeen ons geboden werd
en dat we zelf door onze onwetendheid
hebben afgewezen...?
Onze Meester, onze voorganger, hoog hebben zitten,
houdt dus ook in dat we erkennen
dat zij een ruimer bewustzijn bezitten dan wij
en dat zij daardoor beter in staat zijn om
helder waar te nemen
dan wij dat zelf zijn.
Op basis van dit heldere waarnemen
kunnen we ze op kritieke momenten
boven onszelf verkiezen.
Omdat we daarmee niet zo zeer onze Meester of voorganger
als persoon boven onze eigen persoon verkiezen
maar omdat we daarmee het heldere licht van bewustzijn
dat zij in grotere mate bezitten dan wij
verkiezen boven het duister waarin we ons
door ons beperktere bewustzijn bevinden.
Onze Meester, onze voorganger, hoog hebben zitten,
is dus ook het licht boven het duister verkiezen.
Op momenten dat onze hele persoon in weerstand zit,
in staat raken om onze Meester, onze voorganger,
boven onszelf te verkiezen,
houdt dus ook in dat we onszelf daarmee
op die momenten juist uit onze weerstand kunnen bevrijden.
En daar kunnen we van leren
dat we niet in weerstand hoeven schieten
als we in het duister tasten
maar dat we kunnen vertrouwen
-ook al overzien we het zelf helemaal niet-
op het heldere zicht dat onze Meester, onze voorganger,
verkregen hebben.
'Alleen door een Meester hoog te hebben zitten,
kun je voorbij je persoon komen.'
zo zei Pranay vanavond nog.
En dat wordt nu iets logischer:
zodra we er voor kiezen om onze Meester
hoog te hebben zitten,
verkiezen we onze Meester,
zijn helder zicht en licht,
boven onze eigen persoon,
boven het duister waarin we ons bevinden
en daardoor gaat ons bewustzijn automatisch verruimen.
Hoe ruimer ons bewustzijn wordt,
hoe meer we spontaan waar kunnen gaan nemen.
Zo kunnen we groeien van het zien van een enkel woord,
naar het zien van een zin, een alinea,
naar een heel hoofdstuk,
naar een heel boek...
naar de boekenreeks waarvan dit ene boek onderdeel is
waardoor we spontaan niet alleen het boek van dit leven
maar de vele boeken van onze andere levens
waar kunnen gaan nemen.
Zodra we voorbij ons huidige boek
ook deze andere boeken kunnen gaan zien
dan gaan we dus ook waarnemen
dat de rol die we nu als persoon in dit boek, in dit leven, spelen,
in deze andere boeken door ons gespeeld werd
vanuit een andere persoon.
En als we hier vanuit verschillende personen hebben kunnen zijn
dan kunnen we dus ook onmogelijk de persoon zijn
waarin we ons nu bevinden.
Door dit grotere geheel van verschillende levens
en daarmee verschillende personen
vanuit een verruimd bewustzijn
te kunnen aanschouwen,
groeien we dus spontaan voorbij het idee
dat we onze persoon zijn
en komen we los van de vorm waarin we ons
op dit moment bevinden.
Om ook maar iets hiervan ook daadwerkelijk
voorbij woorden tot aan onze ervaringswereld
te kunnen gaan realiseren,
zullen we ons bewustzijn dus moeten gaan verruimen.
En dat kunnen we doen
door in contact te zijn en te blijven
met een Meester, met een voorganger.
Dat kunnen we doen
door onze Meester, onze voorganger
hoog te hebben zitten.
Het is heel essentieel om ons altijd,
hoe ver we ook zijn,
op te blijven stellen als een beginner
omdat we waar we ook staan
zolang we niet volledig bewust zijn
altijd ruimte hebben om te groeien.
En zo startte ik ook vanavond dit stuk:
mijn geest zat er niet helemaal naast
toen het antwoord 'Ik!' naar voren kwam
maar gezien mijn bewustzijn nog niet volledig is,
is het ook mooi om een vraagteken te plaatsen
achter dit antwoord: 'Ik?'
en gebruik te maken van het antwoord van Pranay:
'niemand'.
Omdat hij daar zeker ook gelijk in heeft.
Maar het is ook mooi om zo aan het einde van dit stuk
ook mijn eigen antwoord te benoemen,
zij het met een kleine nuancering:
'Ik :)'.
Ik, binnen deze staat van bewustzijn waarin ik me bevind,
heb je hoog zitten Pranay
en ik realiseer me dat ik mijn huidige staat van bewustzijn
mede te danken heb aan het feit
dat ik me geopend heb voor jouw ruimere bewustzijn
en je toegestaan heb om mijn zicht te verruimen.
Ik ben je oneindig dankbaar
dat je steeds weer de moeite hebt genomen
en de moeite neemt
om ondanks mijn fragmentarisch denken
en mijn blik die soms zelfs iedere punt en komma ziet ;)
onverstoorbaar een poging te blijven ondernemen
om me te blijven bereiken
en te blijven voeden met het licht
van bewust zijn.
En ik kan je verzekeren dat ik vanaf mijn zijde
er alles aan doe en zal blijven doen
om dit proces steeds makkelijker te laten verlopen
door me bijvoorbeeld steeds dieper bewust te worden
van wat het inhoudt om je hoog te hebben zitten.
Bedankt dat je daar ook vanavond weer
een belangrijk steentje aan bijgedragen hebt!
♥