Sterren die de hemel beginnen te verlichten.
De natuur die zich naar binnen gaat richten.
De stilte en schoonheid van de nacht
waarin alles bezinkt en geduldig wacht.
Een zachte koelte die gaat prevaleren.
De innerlijke bron die warmte blijft genereren
om de innerlijke wereld te verwarmen
en het fysieke met een beschermend laagje te omarmen.
Opgewekt in harmonie met het bestaan,
tevreden en ontspannen in de bron verkeren.
Een aandachtig voelen doen ontstaan,
in een diepe synchroniciteit met de Meester verkeren.
Met aandacht zijn
op de Meester gericht
in een directe lijn
onbevangen opnemen wat hij belicht.
De kracht van de woorden van de Meester absorberen,
nederig en dankbaar voor zijn communiceren.
Energie die naar binnen gaat keren
en daar spontaan gaat regenereren.
Als een liefdevolle regen
dalen stralen van energie neer
en verspreiden zo hun zegen
vol liefde, verzorging, teer.
Stil, leeg, passief ontvangen,
worden gevoed door het bestaan.
Door de liefdevolle verzorging bevangen,
in een steeds diepere extase opgaan.
De laatste stralen energie die naar binnen keren
en een laatste moment van ontvangen creëren.
Op het dieptepunt niet iets dat naar binnen keert,
alleen de schittering die helder verkeert.